Met onderscheid lezen!

Met onderscheid lezen!

Wij geloven, dat de Bijbel het Woord van God is. Wij hebben niet van doen met een willekeurige roman, een door mensen verzonnen geschrift, een stichtelijk boek of iets dergelijks, maar met de openbaring van de almachtige God. Daarom is het belangrijk om het Boek der boeken met onderscheid te lezen, d.w.z. in overeenstemming met Gods bedoeling!

In de Bijbel leren wij God kennen als de Schepper, de Verlosser en de Voleinder. Hij is de Oorsprong, alles is van Hem uitgegaan. Hij is God (Hebr.: Elohim), boven alles verheven en met niets of niemand te vergelijken. De Bijbel spreekt niet alleen over God als Persoon, maar ook over Zijn werken. Het verlossingsplan van God komt in de Bijbel uitvoerig aan de orde. In Efeze 1:11 spreekt Paulus over het "...voornemen van Hem, Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil".

Om de openbaring van God, want dat is de Bijbel immers, goed te verstaan, is het noodzakelijk het Woord goed te lezen. Dat wil zeggen, zoals God het bedoeld heeft. Dat betekent, dat we de Schriftwoorden lezen in het verband (of: context), waarin zij door Gods Geest geplaatst zijn en ook rekening houden met de ontvouwing van Gods plan. Doen wij dat niet, dan missen wij het doel; dan werkt dat on-eigenlijk Schriftgebruik in de hand. Dat wil zeggen, we lezen de Bijbel anders dan dat God het bedoeld heeft en dat leidt al gauw tot Schriftmisbruik!
De gevolgen daarvan kunnen desastreus zijn, zoals wij in de praktijk vandaag kunnen waarnemen.
Zelfs in wat wij noemen 'Bijbelgetrouwe kringen' gaat men nogal eens lichtvaardig met Bijbelteksten en -gedeelten om. Meestal te goeder trouw. Het is met de gemiddelde Bijbelkennis slecht gesteld, helaas. Dat is de herders, leraars, evangelisten (en tegenwoordig ook: publicisten) overigens meer aan te rekenen, dan de 'goegemeente' zelf.

Waarom is het nu zo belangrijk om de Bijbel met onderscheid te lezen, d.i. in overeenstemming met Gods bedoeling? In de eerste plaats omdat God het zo gewild heeft, kennelijk. Vervolgens omdat wij juist daardoor de rechte kennis ontvangen omtrent God Zelf en de werken die Hij doet. Bovendien gaan we daardoor ook verstaan, dat God in verschillende tijden verschillend handelt, hoewel Hijzelf onveranderlijk is! Wij leren ook onze eigen plaats kennen in het plan van God als leden van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Ja, wij worden dan "tot alle goed werk volkomen toegerust".

Onderscheid
Als wij de Bijbel lezen, moeten wij dus altijd oog hebben voor de context, d.i. het verband waarin bepaalde Schriftwoor¬den of -gedeelten voor komen. Als wij dat niet doen leidt dat tot een onjuist Schriftgebruik.
Een bekend voorbeeld is de brief van Jakobus. Vele zaken waarover Jakobus schrijft, kunnen wij beschouwen als lering voor ons eigen geloofsleven. Toch is de Jakobus-brief gericht aan de "twaalf stammen in de verstrooiing" (zie hs.1:1). Hoe sommigen hier ook iets anders in willen lezen (vgl. bijvoorbeeld -met alle respect- deze openingsverzen in Het Boek), het staat er duidelijk en klaar! Het is daarom belangrijk deze brief te lezen tegen die achtergrond! Het gaat in de Jakobus-brief niet primair om de Gemeente, het Lichaam van Christus, maar om Israël. Dat betekent, dat wij voorzichtig moeten zijn de inhoud volledig op onszelf toe te passen, als ware zij letterlijk voor ons bedoeld. Vele -meestal praktische- uitspraken zijn inderdaad óók op ons van toepassing; sommige zaken echter moeten wij op hun (door God bedoelde) plaats laten staan (= in de Jakobus-brief, gericht aan de twaalf stammen, primair handelend over Israël), anders doen wij afbreuk aan het gezag van Gods Woord.

Het is heerlijk om Gods Woord te lezen en te onderzoeken en daarin Gods plan te ontdekken. Maar op het moment, dat wij vaststellen, dat Gods plan in Zijn Woord is neergelegd, betekent dat ook, dat wij het Woord met onderscheid moeten lezen!

De Duitse Prof. Dr. Helge Stadelmann (1952)  schreef in 1985 het volgende: “Luther heeft in 1527 geschreven: "Men moet met de Schrift zuiver omgaan. Het Woord is van het begin aan op allerlei manieren gesproken; men moet zich niet alleen afvragen of het Gods Woord is, maar vooral ook, tot wie het gesproken is, of het op jou betrekking heeft of op anderen. Dat brengt verschil aan, gelijk zomer en winter...". De ganse Heilige Schrift is onaantastbaar Gods Woord. De ganse Heilige Schrift kan voor mij - in alle delen - geestelijk nuttig zijn, mij Gods wezen en Zijn wegen met mensen openbaren. Maar niet alles in de Schrift is direct op mij van toepassing. Sommige dingen zijn bedoeld voor andere Heilsperioden en tot andere ontvangers der Godsopenbaring gesproken...” (Uit: Grundlinien eines bibeltreuen Schriftverständnisses (pag. 127), Dr. Helge Stadelmann, Uitg.: Brockhaus Verlag, Wuppertal).

Het principe dat al de Schrift wel voor ons is, maar niet altijd over ons gaat, wordt in het algemeen weinig onderkend en gehanteerd in de prediking. Het is uitermate belangrijk de Bijbelse boodschap ´heilshistorisch´ te lezen... en te prediken!

In 1938 (!) schreef Johannes de Heer (1866-1961) in zijn beschouwingen over de Brief aan de Efeziërs o.a. het volgende: “De bedeeling der Genade wil dus zeggen het uitdeelen van Genade aan het huis Gods, een hemelsche Ekonomie, die bijzonder aan Paulus was toebetrouwd. In dat opzicht had hij dan ook recht om te spreken van "Mijn Evangelie" (Rom. 2:16¬). Het Evangelie in zichzelf is eeuwig en onveranderlijk, maar de wijze waarop God het doet verkondigen, is afhankelijk van de door Hem vastgestelde bedeelingen. De Wet heeft geheerscht van Mozes tot Christus; door hem is genade geworden (Joh. 1:17) en deze genade is het karakter geworden van de bedeeling der genade, die bij de uitstorting van den Heiligen Geest begonnen en door Paulus bijzonderlijk aan het licht gebracht is. Daarom ging de boodschap van Paulus verre uit boven die van zijn mede-apostelen. God had hem tot en gezant (hoewel in een keten) gemaakt van de nieuwe Heils-economie, waarvan wij als Christenen uit de Heidenen nog de vruchten zijn... De bediening van deze Heilsbedeeling in bijzonderen zin, is aan Paulus gegeven. Het is dan ook duidelijk, dat zijn brieven in vorm en wezen geheel verschillend zijn van de Oudtestamentische Psalmen en Profetieën, ja zelfs van de overige Schriften van het Nieuwe Testament..." (Uit: Het Zoeklicht, zaterdag 3 december 1938, pag. 15,16).

Omdat de verschillen in de Bijbel duidelijk aanwezig zijn, is het zaak met overleg te werk te gaan in de verkondiging en het onderwijs van Gods Woord. Het gaat erom, dat we de Bijbel (leren) lezen zoals God Zijn Woord heeft bedoeld. Uiteraard is dat niet altijd even eenvoudig, wij moeten dat gaandeweg leren. Paulus spreekt ook over vervuld worden met de rechte kennis, in alle wijsheid en geestelijk inzicht (Kol. 1). Dit is dus een groeiproces. Maar al doende leert men, en onder de onmisbare leiding van Gods Geest, zullen wij het Woord der waarheid gaan verstaan, tot Zijn eer!

Twee belangrijke regels
Er zijn bij het lezen en bestuderen van de Bijbel twee belangrijke principes.

1. 2 Timotheüs 3:16
"Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.”
Elk woord, iedere zin is door God geïnspireerd (in de grondtalen!). Daarom geeft de Bijbel ons alles wat wij nodig hebben om God te leren kennen, Zijn plan te ontdekken en Zijn wil te verstaan. Tegelijkertijd is Zijn Woord ook de toetssteen, de maatstaf, waaraan alles afgemeten dient te worden. Heel de Bijbel is dus voor ons. In alles spreekt God tot ons om ons te leren en te onderwijzen...

2. 2 Timotheüs 2:15
"Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt."
Aangezien God op verschillende tijden handelt met verschillende (groepen van) mensen, bijv. Israël en de Gemeente, moeten de woorden van God in hun verband gelezen worden. Het moet recht gesneden worden, op de juiste wijze verdeeld worden. Wij moeten helaas vaststellen, dat het daar nogal eens aan ontbreekt in de verkondiging. Wij dienen de Bijbel met onderscheid te lezen, want niet alles wat geschreven staat handelt over ons.
(´ons´ = gelovigen, die leven in deze tijd en behoren tot de Gemeente, het Lichaam van Christus).

Bij dit alles dienen wij, zoals eerder opgemerkt, altijd acht te geven op de context, zodat wij het Woord van God op de juiste wijze lezen en leren verstaan. Hieronder nog een kleine 'oefening', waarmee u zelf aan de slag kunt.

Onderzoek de Bijbel zelf!

Lees Mattheüs 24:23 en Efeziërs 2:5 en 8.
Wat is het verschil?
Tot wie spreekt de Heere Jezus in Mattheüs 24? - zie vers 1.
Tot wie spreekt Paulus in Efeziërs 2? - zie hs. 1:1 en 22,23
In welk verband spreekt de Heere Jezus? - zie Matt. 23:39, 24:3 en 14 e.v.
In welk verband spreekt Paulus? - zie Efe. 1:3, 2:1-10.
Wat is het onderwerp in het Mattheüsevangelie en welke boodschap hoort daarbij? - zie bijv. Matt. 3:1-3, 4:17, 25:1.
Wat is het onderwerp van de Efezebrief en welke boodschap hoort daarbij? - zie bijv. Efe. 1:9, 3:1 e.v., 6:19, etc.
Over wie gaat het in Mattheüs 24? - zie vs. 15, 22, 28, 30
Over wie gaat het in Efeziërs 2? - zie hs. 1:1, 4:20 e.v.

Boekentips: 'Leeswijzer' en 'De dingen die verschillen' – Everread Uitgevers